1. moment of being in a forbidden piece of woods. Late afternoon, orange ray's of sunlight, car without its owner hidden in an overgrown path. How can this be forbidden?
Am I not an inhabitant of earth? If this is forbidden than to who would this moment principally belong to?

Did I steal this orange moment loaded with silence and birdsong? And why does this feel so similar to my feeling of self? Why does this forbiddenness fill me with a secret joy of potential and hope?

This moment, but specially this feeling, raises a lot questions for me. It makes me wonder about what forbiddenness is, what fear is and what they both are to me. It made me realise that to me, every rule is a taboo.

This small but enormous joy of breaking this simple hidden rule, hidden far away in an empty forest in France, it made me think of a world possible where I'm not weighed down by the rules of others. Not that much at least. Imagine every rules feels like a golden rule to you.
Breaking one always filled me with trembling fear ; exactly what Freud writes about taboo in 'Totem&Taboo'.

It's a rule that revenge's its self when broken, from the inside by means of a feeling of unbearable disaster.


2. I start reading Freud and I discover that a taboo is not more than a fear of death without the knowledge of cause. I see in the examples Freud gives about the primitives, much of it is correlational.
I think to see that where death or negative experience persist, the taboo grows and through time becomes part of our system ; incest for example, murder, disturbing the order of a commune (for example disobeying the ruler, stealing, selfish behaviour. People have seen these things happening before disaster would strike countless times. This is why we have this knowledge, this fear for consequences we have not first hand experienced. This is taboo.


3. What I see if I take my interpretation of Freud and hold it against the light of my personal experience: For me the book was extremely relatable. I see the workings of the inner, self-organising punishment. I almost fainted once because I was called upon being behind the computer longer than allowed. I see the contamination Freud talks about; where even the thought approaching the taboo gets contaminated by the same fear, the same forbiddenness. I see I have an inner taboo, a fear of death without the knowledge of cause. I don’t know where it comes from. It might just be an extreme sensitivity for negative feedback and being very consistent.
Now add to this the implicit rules people can communicate by means of behaviour, intonation, choice of words, body movements, silence, conversation subjects. This mechanism + the taboo on breaking rules made me subject to the value system of all the people in my environment. To me everyone is (was) an authority, because breaking someone’s rules of life, implicit and explicit, would mean conflict, fear of death wich means death in principle.
This is the premis of my investigation.



4. From here on I want to proceed in a more emotional way. Because to me art is a form that enables you to express the know thats not known yet. I hope that in this way I will express more complete, more true, because in the end the knowing and understanding that you can put in words is only so much.
Freud talks about the mixture of terror and curiosity involving taboo. The attraction of forbidden things. This mixture in combination of the growing hope of being freed of this burden, being free to be my self without the punishment of possible death, is for me a feeling of awe. A forbidden reality.

5. Cave paintings. Being in the context of the primitive and so zoomed in on life’s essentials ; fear and life, brought me to look at cave paintings. Emotiannly I see a link between ‘awe’ the not understanding of life and, with deaht as a consequence, the trying of our people, our species and maybe consciousness as a whole (part) the fearful excitement of trying to tell correlation from causation.The superstition this entails as an investigation of reality.
Here you see the play of fear and life beautifully displayed.
Seeing the cavepaintings as an obsessive attention, not being ablte to get rid of all this moving images hainting you in your sleep, in your rest and the trying to understand rushed by fear of death.
I relate this to my compulsive adaption mechanism to avoid conflict, always seeing the shadows in the corner of my eye, the implicit rules that are not to be broken. But as life, I too long for what’s behind I don’t know.

I wanted to make a cave painting everyday but I failed to do so. I want to try this again and see if the images that haunt me where ever I go can escape my obsessive attention when painted.

6. In this process I discovered painting as something I enjoy doing. I found ways of expressing the ideas and feelings, these imlicit dangers. I still want to experiment with cavepaintings because of the focussed carefulness I read in those paintings ( in contrast to the extreme liveniness of these paintings). I hope in this way I can find ways of giving an image to all those faces that haunt me and paint the gods that I fear.


Week 32/33
Week 30/31 (sorry for the dutch) (check week 32/33 for summary ----------------------------->

- Totem en taboe tot nu toe :


-Onderzoek naar wat taboe is dmv van vele voorbeelden.

De straf voor de overtreding van een taboe wordt oorsponkelijk aan een inwendige automatisch werkende richting overgelaten : Het beledigde taboe wreekt zich zelf

Ze ontstaan daar waar de primitiefste en tegelijk duurzaamste menselijke driften hun oorsprong hebben

Daarna gaat hij in op de overeenkomsten tussen dwangneurose en taboe

kenmerken van overeenkomsten zijn :

-Even weinig gemotiveerd
-Raadselachtige herkomst

-Eens ontstaan moet worden volgehouden onder invloed van onbedwingbare angst

-innerlijke zekerheid dat overtreding tot ondragelijk onheil zal leiden

Vanuit het onderzoeken van de overeenkomsten gaat er een heel stuk over de besmettelijkheid van -taboe als uitgangspunt, maar daarna een heel stuk over het besmettingsgevaar van het verbod

-De neiging en het verbod blijven beiden bestaan en zijn in eeuwig conflict.
De neiging probeert te ontsnappen aan zijn opsluiting in het onbewuste waardoor de neiging zich op andere surrogaatmanifestaties kan focussen, zodat het verbod zich ook daar zal uitbreiden. Een hele interessante is dat hij benoemt dat dit ook gevoelsmatig zo kan werken.

Wat ik er tot nu toe uit deduceer : Wat ik denk te zien is dat een taboe in weze een simpel mechanisme is. Het is doodsangst losgekoppeld van de ervaring.
Ik kan me voorstellen dat een constante neiging VS een constante ervaring van dood (of doodsangst) over generaties zal leiden tot een enorm effectief taboe. Deze doodsangst is voor mij de kern van het taboe, door Freud nog niet als zodanig geidentificeerd, waardoor hij zich blijft verwonderen over de magische krachten van het taboe -> van binnenuit werkend, zich zelf in stand houden, ‘besmettelijk’ -

Wat voor en gevaarlijke eigenschap kan het wel zijn, die steeds dezelfde blijft onder al die verschillende voorwaarden?

Wat ik daarvan denk te kunnen afleiden is dat het taboe gaat over overgedragen (doods)angst.

En hier ontstaat een splitsing in mijn onderzoek ;

A : het eigenlijke mechanisme van taboe en het ontstaan van de menselijke moraal

B: mijn eigen ervaring van bovenstaand mechanisme, waarbij ik er tegen aan loop dat een hypergevoeligheid er voor heeft gezorgd dat ik elk verbod als taboe ervaar en nooit het gezonde proces ben aangegaan ‘taboes’ te doorbreken en te zien wat er achter die pijn en doodsangst ligt.

Dit laatste heeft enorm veel implicaties die ik wil onderzoeken. Dit is wat ik tot dusver weet:

Er ervaringen zijn die generatie op generatie tot onwenselijke resultaten hebben geleid waardoor, zeker als het gaat over hele diepe neigingen, (- ze ontstaan daar waar de primitiefste en tegelijk duurzaamste menselijke driften hun oorsprong hebben (volhardenheid in ervaring), een weten is ontstaan in de vorm van angst.

De overdrachtelijke angst kan zich, kan ik me zo voorstellen, zich uiten als instinct, maar ook als angst verkleed als instinct. Ik kan me voorstellen dat de grondbeginselen van goed en kwaad zich hebben gebaseerd op deze ervaringen van dood en doodsangst.

Omdat de angst overdrachtelijk is in de vorm van opvoeding, onstaan er generaties die wel de angst, maar niet de ervaring hebben. Een interessant onderdeel hiervan en van taboe ubrhaupt is de enorme intrensieke neiging/ drift die te overtreden. Ook hier wil ik naar kijken.

Mijn punt van de laatste alinea is dat het taboe niet altijd (meer) gelijk heeft. Situaties veranderen en naar mijn idee zeker vanuit trauma ontstaat er veel colleteral damage als er door een ouder vanuit trauma (doodsangst/taboe) wordt opgevoed. Zo kan bijvoorbeeld levendigheid als taboe worden bestempeld omdat een depressieve, getraumatiseerde ouder constant overprikkeld is.

Wat ik dus wil onderzoeken

-Waar ontstaan onze grenzen en waar baseren we die op?
-Wat is de neiging die grenzen te overschreiden?
-En wanneer beschouwen we het overschreiden als heldhaftig en wanneer als stompzinnig of zelfs gevaarlijk?
-Het taboe op eigenheid d.m.v. de algeheel getraumatiseerde mensheid waarbij eigenheid altijd raakt aan het trauma.

Doordat Freud het taboe heel wetenschappelijk benadert en daarbij de neuroticus en de primitieveling als een ander beschouwd, met andere regels; met andere input!!!!, komt hij maar niet bij de doodsangst uit en worden er met veel omwegen allerlei andere gekke conclusies getrokken.
Dit maakt zijn onderzoek erg warrig en ongericht. Het lijkt me alsof hij op zoek is naar die geheimzinnige kracht achter het taboe en hij lijkt daar een concrete reden te verwachten.
Maar dit is het punt waar de wetenschap zijn macht verliest en we zullen moeten gaan voelen om te interpreteren. Vanaf daar is de conclusie dat het over doodsangst gaat lachwekkend eenvoudig en valt elk voorbeeld die hij aandraagt in lijn. Zijn interesses word ik wel blij van;
‘Ik noem daarvan de taboes aangaande ; vijanden (doodsangst
Heersers (doodsangst)
Doden (doodsangst)


Wat interessant is aan de voorbeelden die hij aanbrengt is dat je al die verschillende vormen de mens aanneemt in het geval van angst; hoe we er mee omgaan en wat voor een rituelen of gebeurtenissen daaruit ontstaan.
Hele werelden worden gevormd door de confrontantie met doodsangst.
Het is een obsessie die ons overkomt en waar we iets mee moeten.
Het is voor mij onduidelijk hoe nog hoe de doodsangst zich in het verhaal mengt. Ik kan me voorstellen dat eigenlijk alle angst doodsangst is. Ik denk wat er tegenwoordig gebeurd is dat er veel met doodsangst heen en weer geslingerd wordt. De ene poging een taboe te doorbreken raakt aan de andere doodsangst. Of hier een daadwerkelijke doodservaring aan verbonden is betwijfel ik. Zeker niet in ieder geval in de tegenwoordige tijd. Wellicht generationeel trauma.



De spontaniteit van grot tekeningen greep me aan. Ik probeer nu elke dag een grotschildering/tekening te maken. Ik probeer te voelen wat het beginpunt van zo’n tekening moet zijn geweest.
Wat voelde ze toen ze het deden? En hoeveel zou hun ervaring verschillen van de mijne?
Om dezelfde vanzelfsprekendheid te bereiken probeer ik veel meer instinctief en abstract te tekenen. Dit in tegenstelling tot de grottekeningen die volgens mij heel wel overwogen, geoefend en precies zijn gemaakt. Ik kan me voorstellen dat de grotschilderingen ook in trance zijn gemaakt.
Maar er zit in ieder geval geen gejaagdheid in. Geen plotselinge uitbarstingen.
Dit valt me ook op aan schilderen. Dat wat je schildert, qua gevoel verschilt van hoe je schildert.
Schilderen is in het hier en nu terwijl een beweging die je schildert gejaagd of angstig kan zijn.

PAINTINGSPAINTINGS
CAVEPAINTINGS
Week 34/35